Mededeling inzake PGP-toestellen

Aan alle advocaten die gebruik maken van PGP-toestellen,

 

In het kader van een omvangrijk strafrechtelijk onderzoek hebben de politie en het Openbaar Ministerie toegang gekregen tot een grote hoeveelheid onderling gewisselde en versleutelde berichten en notities. Bij het ontsleutelen van die informatie is bewijsmateriaal gevonden dat relevant kan zijn voor vele strafrechtelijke onderzoeken naar o.a. liquidaties, gewapende overvallen, drugshandel, witwassen en andere georganiseerde criminaliteit.

 

Gebleken is dat verdachten in die strafrechtelijke onderzoeken vaak gebruik maakten van versleutelde telefoons van het bedrijf Ennetcom.

 

Ook advocaten blijken gebruik te hebben gemaakt van de zogenaamde PGP-toestellen (PGP: ‘’pretty good privacy’’). Advocaten kunnen zich voor wat betreft de met hun cliënten via PGP-toestellen gewisselde informatie uiteraard beroepen op hun wettelijk verschoningsrecht.

 

Het Openbaar Ministerie heeft opgeroepen om de gebruikersgegevens van het betreffende, door advocaten gebruikte PGP-toestel aan Justitie door te geven, opdat met de via deze weg tussen advocaten en cliënten gewisselde communicatie op dezelfde wijze kan worden omgesprongen als met andere vertrouwelijke informatie tussen advocaten en cliënten, zodat deze buiten de strafdossiers kan worden gehouden.

 

Op de oproep van het Openbaar Ministerie heeft tot op heden geen enkele advocaat gereageerd.

 

Uiteraard is het de verantwoordelijkheid van advocaten zelf om op prudente wijze om te gaan met de vertrouwelijkheid van de communicatie en het daarop gebaseerde verschoningsrecht. Zonder dat de gebruikersgegevens van de door de advocaten gebruikte PGP-toestellen zijn, kan Justitie niet vaststellen of via een dergelijk toestel vertrouwelijke communicatie is gevoerd.

 

De dekens achten het weliswaar primair de verantwoordelijkheid van de betreffende advocaten zelf om zich in het voorkomende geval op het hen toegekende wettelijke verschoningsrecht te beroepen, maar zijn ook van oordeel dat het beschermen van de vertrouwelijk gewisselde informatie met cliënten een verplichting voor advocaten is.

 

Middels dit schrijven doen de dekens nogmaals een beroep op de advocaten die als geheimhouder hebben deelgenomen aan de communicatie via het Ennetcom-netwerk, om de gebruikersgegevens, zij het anoniem, bekend te maken.

 

Dat kan door deze gebruikersgegevens te melden op een centraal meldpunt, te weten bij de deken in het arrondissement Oost-Brabant, mr. J.F.C. Schnitzler (deken@advocatenorde-oostbrabant.nl).

 

Vervolgens zal de deken Oost-Brabant de gebruikersgegevens, uiteraard zonder vermelding van de naam van de advocaat, beschikbaar stellen aan de Hoofdofficier van Justitie van het Landelijk Parket. Door deze handelwijze is niet te herleiden welke advocaat achter welk nummer zit, zodat op deze wijze ook niet te achterhalen is in welk arrondissement de betreffende advocaat werkzaam is.

 

Naast de betreffende gebruikersgegevens stelt het Openbaar Ministerie het op prijs wanneer tegelijkertijd een indicatie van de periode wordt gegeven waarin de advocaat gebruiker is geweest van het betreffende PGP-toestel.

 

Advocaten mogen er vanzelfsprekend van uitgaan dat met de op de hierboven genoemde wijze aangeleverde informatie door de deken Oost-Brabant op vertrouwelijke en prudente wijze zal worden omgesprongen, opdat geheimhouding geborgd blijft.

 

Met vriendelijke groet,

 

 

mr. S.H.W. Le Large

deken orde van advocaten Midden-Nederland

Terug naar het nieuws-overzicht